CitroConsult: Citroen C5 Ph1 2000-2004
Datum: 20-04-2017
Aanstaande Citroklassieker
Toen in september 2000 de C5 op de Salon van Parijs werd voorgesteld waren vriend en vijand het er over eens: ‘dit is voor Citroën een fraaie start van het nieuwe millennium’.
De bijzonder ruime opvolger van de XM én de Xantia was weer een onderscheidende Citroën en zowel qua techniek als vormgeving spraakmakend. Dat het ook een heel erg goede auto is blijkt pas achteraf, als de kinderziektes zijn verdwenen en de volhouders overblijven. Portret van een zeer populaire occasion op leeftijd.
Want na zestien jaar blijkt eigenlijk pas wat de C5 heeft betekend voor de autowereld. Er zijn er bijna een miljoen gemaakt en ook in ons land was de Phase 1 (2000-2004) razend populair. Dat er in de eerste jaren nogal wat kinderziektes waren en de auto kandidaat is voor het type met de meeste terugroepacties ooit, laten we maar even in het midden nu dat allemaal achter ons ligt. En dan is daar de -toch weer uitzonderlijke- vormgeving, een tot op de dag van vandaag voortslepende discussie, u las er alles over in CitroExpert 106 bij het interview met ontwerper Ivo Groen. Maar ook het eerste punt, de techniek, was wederom een raszuiver staaltje Citroën-innovatie: een hydraulische geveerde auto, maar dan vrijwel volledig elektronisch, ja zelfs digitaal, door sensoren en processoren via bus-systemen bestuurd!
Kunstje
Typisch Citroën, want had het merk dat kunstje 45 jaar eerder ook al niet vertoond? In 1955 presenteerde Citroën immers de prachtig vormgegeven DS, waarbij stuurinrichting, remmen, vering én schakeling volledig mechanisch-hydraulisch bestuurd werden, hetgeen tot die tijd nog nooit vertoond was en insloeg als een bom.
Ook bij die Godin op vier wielen was het de net-niet-rijpe techniek -én de lange levertijd- die haar de eerste jaren de das om deed.
In september 2000 was het in feite met de grootschalige introductie van digitale electronica niet anders, zij het iets minder exclusief, omdat ook andere merken zich aan hieraan conformeerden. Maar toch, de C5 was trendsetter en blijkt nu - dik zestien jaar later- de laatste massaal geproduceerde hydraulisch geveerde Citroën te zijn geweest. Wiens derde versie van het hydraulische veersysteem - de hydractive III(+) - de gemoederen weer danig bezighield, want nu bediend door een hydro-elektrische unit (BHI), waarin gevat een elektrische pomp met vijf elektrokleppen, aangestuurd door een computer. En het systeem is dit keer ook zelflerend: waarbij de C5 zich niet alleen aan het wegdek waarover hij zich beweegt aanpast, maar ook aan de handelingen van z’n bestuurder.
Rijdende computer
En de kunstmatige intelligentie beperkte zich niet louter tot het veersysteem. Meer dan 50 sensoren en 20 processoren, middels het ‘multiplexage’ bussysteem gekoppeld aan de ‘Boîte Servitude Intelligent’ ofwel computer, besturen álle onderdelen van de auto. Deze zijn onderverdeeld in drie systemen: CAN dat de processoren van vering, motormanagement, remsysteem, ABS/ESP en automatische bak bedient.
• Lees verder (10 pagina's) in CitroExpert 122, zowel digitaal als op papier beschikbaar.
Een échte Citroën, maar wat is dat toch met het ontwerp van deze auto? ‘En profile’ bezien en in de laagste rijstand, zoals hierboven in Gris d’Islande métallic, is het een fraaie, strak vormgegeven hatchback sedan. Een amandel op wielen met wigvorm, knap. De open Hungaro 16” lichtmetalen velgen uit 2003 laten het lijnenspel van de auto goed tot z’n recht komen. Op het plaatje hiernaast zie je precies dezelfde auto, maar dan vanuit een andere hoek gefotografeerd. Met name de hellingshoek van de voorbumper en het spitse toelopen van de neus geven de auto plotseling iets uitermate sulligs. Niks voor échte mannen en gelukkig maar.